bedwingbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bedwingbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·dwing·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bedwingen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bedwingbaar | bedwingbaarder | bedwingbaarst |
verbogen | bedwingbare | bedwingbaardere | bedwingbaarste |
partitief | bedwingbaars | bedwingbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bedwingbaar
- onder controle hebbend
- Zijn neiging om te roken was na 10 jaar stoppen nog steeds moeilijk bedwingbaar.
- de mogelijkheid hebbend om het te kunnen overwinnen
- Twee dagen voor het Ierse referendum, dat beslissend kan zijn voor de toekomst van de monetaire en politieke unie, was de neiging om pas op de plaats te maken nauwelijks bedwingbaar.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bedwingbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Folkert Jensma Dooren & Wim Brummelman NRC 16 juni 1992