bedonderden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bedonderden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·don·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bedonderen |
bedonderden
- meervoud verleden tijd van bedonderen
- Wij bedonderden.
- Jullie bedonderden.
- Zij bedonderden.
- Wij bedonderden.