beatjuggelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beat·jug·gel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beatjuggelen |
beatjuggelden
- meervoud verleden tijd van beatjuggelen
- Wij beatjuggelden.
- Jullie beatjuggelden.
- Zij beatjuggelden.
- Wij beatjuggelden.
vervoeging van |
---|
beatjuggelen |
beatjuggelden