bateleur
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ba·te·leur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bateleur | bateleurs |
verkleinwoord | bateleurtje | bateleurtjes |
Zelfstandig naamwoord
bateleur
- (havikachtigen) Terathopius ecaudatus een havikachtige uit het geslacht Terathopius en tevens de enige soort uit dit geslacht
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bateleur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.