bardeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bar·deer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
barderen |
bardeerde
- enkelvoud verleden tijd van barderen
- Ik bardeerde.
- Jij bardeerde.
- Hij, zij, het bardeerde.
- Ik bardeerde.
vervoeging van |
---|
barderen |
bardeerde