baraque

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

baraque v

  1. loods, hok
  2. (spreektaal) tent, toko, winkel
    «J’ai mis toutes mes économies pour m’acheter ma baraque, maintenant, je bouffe que des patates à l’eau.»
    Ik heb al mijn spaarcenten gebruikt om mijn kot te kopen, nu eet ik alleen nog maar gekookte aardappels. [1]
  3. (spreektaal) robuust persoon, kleerkast
    «Devant la porte, y’avait la baraque
    Voor de deur stond de uitsmijter. [1]

Verwijzingen