bacchante
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bac·chan·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bacchante | bacchantes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bacchante v
- priesteres van Bacchus
- vrouw die deelneemt aan een woest feest
- schaamteloze, dronken vrouw
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bacchante" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be