babyblues
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·by·blues
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | babyblues | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- sombere stemming bij de ouders van een zeer jong kind
- ▸ De meeste moeders hebben 3 tot 4 dagen na de geboorte wel last van babyblues (huilen zonder reden bijvoorbeeld), meestal getriggerd door de hormonale veranderingen in het lichaam.[2]
- ▸ Terwijl ook mannen in een depressie kunnen raken na de geboorte. Het Parenting Research Centre in het Australische Melbourne deed onderzoek naar de 'babyblues' bij mannen. Wat bleek? Tijdens het eerste levensjaar van hun kind vertoonde bijna 10 procent van de onderzochte vaders symptomen van postnatale depressie, zoals angst.[3]
- ▸ 'Al dat kraambezoek kort na de bevalling is nergens voor nodig.': Hendrik Cammu heeft (in het Nieuwsblad) een antwoord op babyblues. Geen bezoek meer maar ‘neem pas bevallen moeders liever wat werk uit handen’, zegt hij.[4]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord babyblues staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ babyblues op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “'Late' moeders hebben grotere kans op depressie” (21-03-2012), Tubantia
- ↑ Weblink bron Lisanne van Sadelhoff“'Waar doe je de pootjes van de baby doorheen?'” (10-01-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Hendrik Cammu“'Al dat kraambezoek kort na de bevalling is nergens voor nodig.'” (17/08/2019), De Standaard