averiarse
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·ve·riar·se
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
averiarse |
averiaba |
averiado |
volledig |
Werkwoord
averiarse
- wederkerend averij oplopen, beschadigd worden
Synoniemen
- [1] estropearse
Verwijzingen
- averiarse in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española