automatiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ma·ti·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
automatiseren

automatiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van automatiseren
    • Ik automatiseerde. 
    • Jij automatiseerde. 
    • Hij, zij, het automatiseerde.