autodatete
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: autodatete (hulp, bestand)
- IPA: /ˌɑutoˈdetə/
Woordafbreking
- au·to·date·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
autodaten |
autodatete
- enkelvoud verleden tijd van autodaten
- Ik autodatete.
- Jij autodatete.
- Hij, zij, het autodatete.
- Ik autodatete.