auto-immuunsysteem
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: auto-immuunsysteem (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑutoʔɪˈmynsisˌtem / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- au·to-im·muun·sys·teem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto-immuun bn en systeem zn of afgeleid van immuunsysteem met het voorvoegsel auto-, geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 7.B
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | auto-immuunsysteem | auto-immuunsystemen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het auto-immuunsysteem o
- (medisch) niet-bestaand onderdeel van het immuunsysteem dat auto-immuunziektes zou veroorzaken
- ▸ Er bestaat geen auto-immuunsysteem, maar er bestaan wel auto-immuunziektes.[1]
Gangbaarheid
- Het woord auto-immuunsysteem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Wat is het verschil tussen immuunsysteem en auto-immuunsysteem?” (01 October 2013)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 6 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Voorvoegsel auto- in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal