atrako
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- atra·ko
Woordherkomst en -opbouw
- Antiliaans-Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | atrako | atrako's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- overval
- ▸ De politie probeert met minder capaciteit de criminaliteit op Bonaire terug te dringen. “De criminaliteit is over de hele linie gedaald. Het aantal atrako’s is gedaald”, zegt Korpschef Hildegard Buitink.[1]
Gangbaarheid
- Het woord atrako staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Onderbezet politiekorps probeert criminaliteit terug te dringen” (3 januari 2014), Tubantia