assureerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: assureerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- as·su·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
assureren |
assureerde
- enkelvoud verleden tijd van assureren
- Ik assureerde.
- Jij assureerde.
- Hij, zij, het assureerde.
- Ik assureerde.