antropologier

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·tro·po·lo·gi·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel antropo-, met het achtervoegsel -logi en met de woorduitgang -er
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

antropologier

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van antropologi