antipurisme
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: antipurisme (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·ti·pu·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antipurisme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het antipurisme o
- (taalkunde) de neiging vooral een leenwoord te willen gebruiken, ook als de eigen taal ergens een woord voor heeft, uit angst om als purist uitgemaakt te worden
- Veel Nederlanders lijden aan antipurisme.
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'antipurisme' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.