analecta
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ana·lec·ta
Woordherkomst en -opbouw
uit het Grieks
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | analecta | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de analecta mv
- verzameling uittreksels
Synoniemen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "analecta" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be