amortiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • amor·ti·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
amortiseren

amortiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van amortiseren
    • Ik amortiseerde. 
    • Jij amortiseerde. 
    • Hij, zij, het amortiseerde.