amoersnoek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: amoersnoek (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- amoer·snoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amoersnoek | amoersnoeken |
verkleinwoord | amoersnoekje | amoersnoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de amoersnoek m
- (straalvinnigen) Esox reichertii een straalvinnige vissensoort uit de familie van de snoeken (Esocidae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1869 door Dybowski
Hyperoniemen
- snoeken, snoekachtigen, zalmachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'amoersnoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.