amerikanische

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ame·ri·ka·ni·sche

Bijvoeglijk naamwoord

amerikanische

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch

amerikanische

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch

amerikanische

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van amerikanisch
Typische woordcombinaties
  • amerikanische Holzfäller
Amerikaanse houthakkers

amerikanische

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van amerikanisch

Bijvoeglijk naamwoord

amerikanische

  1. bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van amerikanisch

amerikanische

  1. bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch
Typische woordcombinaties
  • die amerikanische Whiskysorte
de Amerikaanse whiskysoort

amerikanische

  1. bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch

amerikanische

  1. bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van amerikanisch
Typische woordcombinaties
  • das amerikanische Wirtschaftswunder
het Amerikaans economisch wonder

amerikanische

  1. bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van amerikanisch

Bijvoeglijk naamwoord

amerikanische

  1. onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch
Typische woordcombinaties
  • eine amerikanische Großstadt
een Amerikaanse grote stad

amerikanische

  1. onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch