alkaliseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·ka·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
alkaliseren

alkaliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van alkaliseren
    • Ik alkaliseerde. 
    • Jij alkaliseerde. 
    • Hij, zij, het alkaliseerde.