airfryer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

airfryer
Uitspraak
Woordafbreking
  • air·fry·er
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord airfryer airfryers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de airfryerm

  1. (kookkunst) toestel waarmee men met hete lucht kan frituren, bakken of koken
     "Want je doet ook gewoon heel veel uit jezelf. Vorige week plaatste ik bijvoorbeeld een video waarin ik enthousiast was over een airfryer die ik gekocht had. Ik kan me voorstellen dat mensen denken dat zo'n video dan gesponsord is. Maar dat is niet zo."[2]
     Winkels zoals Blokker en Xenos melden een trend in kookartikelen. En dan met name het zogenoemde fun cooking, zoals gourmetten en de pizzarette. Ook de airfryer neemt een vlucht. Maar ook minder gebruikelijke keukenapparatuur verkoopt goed. Zo zullen vermoedelijk veel sinterklaasvierders popcornmachines, suikerspinmakers en chocoladefonteinen cadeau krijgen.[3]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. airfryer op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron
    Wim Kopinga
    “Nog steeds veel onduidelijkheid bij influencers: 'Je doet het toch wel gratis?'” (Zaterdag 9 november 2019, 19:30), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 april 2023 Weblink bron “De laatste cadeaus en surprise-stress voor Sinterklaas” (Zaterdag 3 december 2016, 08:49), NOS