afventes

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • af·ven·tes
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel af-
Naar frequentie 193475

Werkwoord

afventes

  1. lijdende vorm in de tegenwoordige tijd van afvente