aftakeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aftakeling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·ta·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aftakelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aftakeling | aftakelingen |
verkleinwoord | aftakelingetje | aftakelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
- het aftakelen: de achteruitgang in kracht, schoonheid, intelligentie etc.
- De speculaties over Poetins aftakeling zijn vooral gebaseerd op twee recente openbare optredens: hoe hij zijn Veiligheidsraad afblaft en zijn zeventig minuten lange imperialistische toespraak aan de vooravond van de inval in Oekraïne. [4]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord aftakeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aftakeling" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |