afstroomt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·stroomt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstromen |
afstroomt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstromen
- ... dat jij afstroomt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstromen
- ... dat hij afstroomt.
Gangbaarheid
- Het woord afstroomt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.