afstevenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afstevenden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·ste·ven·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afstevenen |
afstevenden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afstevenen
- ...dat wij afstevenden.
- ...dat jullie afstevenden.
- ...dat zij afstevenden.
- ...dat wij afstevenden.