afscheurden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afscheurden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·scheur·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afscheuren |
afscheurden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afscheuren
- ...dat wij afscheurden.
- ...dat jullie afscheurden.
- ...dat zij afscheurden.
- ...dat wij afscheurden.