afschenkend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afschenkend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·schen·kend
Werkwoord
vervoeging van: | afschenken |
verbogen vorm: | afschenkende |
afschenkend
vervoeging van: | afschenken |
verbogen vorm: | afschenkende |
afschenkend