afianzarse
Spaans
Woordafbreking
- a·fian·zar·se
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afianzarse |
afianzaba |
afianzado |
volledig |
Werkwoord
afianzarse
- sterker worden, steviger worden
- vaste vorm aannemen
- (~ en) overtuigd raken van, zeker worden van