afficheerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·fi·cheer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afficheren |
afficheerden
- meervoud verleden tijd van afficheren
- Wij afficheerden.
- Jullie afficheerden.
- Zij afficheerden.
- Wij afficheerden.
vervoeging van |
---|
afficheren |
afficheerden