afeccionarse
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afeccionarse |
afeccionaba |
afeccionado |
volledig |
Werkwoord
afeccionarse
Woordafbreking
- a·fec·ci·o·nar·se
- wederkerend
- (zuidelijk Zuid-Amerika) genegenheid opvatten voor