activiteitenkalendertje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ac·ti·vi·tei·ten·ka·len·der·tje
Zelfstandig naamwoord
het activiteitenkalendertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord activiteitenkalender
het activiteitenkalendertje o