achronologisch

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • achro·no·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen achronologisch achronologischer
verbogen achronologische achronologischere
partitief achronologisch achronologischers -

Bijvoeglijk naamwoord

achronologisch

  1. niet naar tijdstip gerangschikt
     Enquist neemt ons hinkstap- sprong en achronologisch mee door de tijd, langs de levensfasen van een opgroeiend meisje.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 juni 2022 Weblink bron “Anna Enquist: Contrapunt” (9 oktober 2008), Het Parool