accelerere
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: accelerere (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
- accelereer ww met de uitgang -e
Woordafbreking
- ac·ce·le·re·re
Werkwoord
vervoeging van |
---|
accelereren |
accelerere
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van accelereren
- ... dat men accelerere.