acadeem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aca·deem
Woordherkomst en -opbouw
- verkorting van academicus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acadeem | academen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de acadeem m
- verkorting van academicus iemand die gestudeerd heeft of iemand die lid is van een wetenschappelijk genootschap
Gangbaarheid
- Het woord acadeem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.