abduceerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: abduceerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ab·du·ceer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
abduceren |
abduceerden
- meervoud verleden tijd van abduceren
- Wij abduceerden.
- Jullie abduceerden.
- Zij abduceerden.
- Wij abduceerden.