abdijhoeve

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·dij·hoe·ve
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord abdijhoeve abdijhoeves
abdijhoeven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de abdijhoevev / m

  1. boerderij die in het bezit is van een klooster
     Het enige andere dossier dat de gemoederen in de West-Vlaamse gemeente verhit, is dat van de oude abdijhoeve. Daar wil het gemeentebestuur het administratief centrum onderbrengen. Maar dat gaat geld kosten en, zo zegt de oppositie, dat is weggegooid geld. Als Oudenburg binnenkort moet fusioneren, dan is de nieuwe locatie wellicht niet meer nodig.[1]
     Abdijmuseum Ten DuinenDe geschiedenis van de Duinenabdij gaat terug tot de 12de eeuw. De kloostergemeenschap kende eeuwenlang een bewogen geschiedenis. Ontdek er alles over in het abdijmuseum en dwaal in stilte door de opgegraven ruïnes. De abdijhoeve huisvest het kunstencentrum Ten Bogaerde, met een vaste collectie en tijdelijke tentoonstellingen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 februari 2024 Weblink bron
    Bart Dobbelaere
    “De oude getrouwe partijen in Oudenburg?” (11 oktober 2018 om 06:02), De Standaard
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 februari 2024 Weblink bron “Oostduinkerke, een verborgen culturele parel aan de kust” (28 maart 2019 om 00:00), De Standaard