aanvalletje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvalletje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɑləcə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·val·le·tje
Zelfstandig naamwoord
het aanvalletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanval
Gangbaarheid
- Het woord 'aanvalletje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.