aantekenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aantekenden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈantekəndə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·te·ken·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aantekenen |
aantekenden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aantekenen
- ...dat wij aantekenden.
- ...dat jullie aantekenden.
- ...dat zij aantekenden.
- ...dat wij aantekenden.
Gangbaarheid
- Het woord 'aantekenden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.