aansterkte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansterkte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstɛrəktə / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·sterk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aansterken |
aansterkte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aansterken
- ... dat ik aansterkte.
- ... dat jij aansterkte.
- ... dat hij, zij, het aansterkte.
- ... dat ik aansterkte.
Gangbaarheid
- Het woord 'aansterkte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.