aansprekertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansprekertje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansprekərcə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spre·ker·tje
Zelfstandig naamwoord
het aansprekertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanspreker
Gangbaarheid
- Het woord 'aansprekertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.