aanmatigden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanmatigden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanmatəɣdə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ma·tig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanmatigen |
aanmatigden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanmatigen
- ...dat wij aanmatigden.
- ...dat jullie aanmatigden.
- ...dat zij aanmatigden.
- ...dat wij aanmatigden.