aanhangselen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanhangselen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanhaŋsələ(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·hang·se·len
Zelfstandig naamwoord
de aanhangselen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aanhangsel
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'aanhangselen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.