aanbelangt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbelangt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambəˌlaŋt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·be·langt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbelangen |
aanbelangt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelangen
- ... dat jij aanbelangt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbelangen
- ... dat hij aanbelangt.