TONK
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- TONK
Woordherkomst en -opbouw
- afkorting van Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | TONK | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de TONK v
- tijdelijke regeling voor mensen die tijdens de coronacrisis hun woonkosten niet meer konden betalen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'TONK' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.