Simiet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Si·miet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Simiet | Simieten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) afstammeling van Simi-1 (Num. 3:21, Zach. 12:13)
Verwante begrippen
- Hebreeuws (transcriptieversie): Sjimiet
Gangbaarheid
- Het woord 'Simiet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.