Salisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Sa·lisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Latijnse Salii (de lieden die aan de ‘Sala’, dat is de Gelderse IJssel, wonen) met het achtervoegsel -isch [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Salisch | Salischer | |
verbogen | Salische | Salischere | |
partitief | Salisch | Salischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Salisch
- betrekking hebbend op de Saliërs
Gangbaarheid
- Het woord Salisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.