Koreaan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ko·re·aan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Koreaan | Koreanen |
verkleinwoord | Koreaantje | Koreaantjes |
Zelfstandig naamwoord
de Koreaan m
- (demoniem) een inwoner van Korea, of iemand afkomstig uit Korea
Verwante begrippen
Demoniemen bij Korea in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Koreaan • inwoonster: Koreaanse • bijvoeglijk: Koreaans |
Gangbaarheid
- Het woord Koreaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.