Haarlems
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Haar·lems
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Haarlems | Haarlemser | Haarlemst |
verbogen | Haarlemse | Haarlemsere | Haarlemste |
partitief | Haarlems | Haarlemsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Haarlems
- (demoniem) op Haarlem betrekking hebbend
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Haarlem in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Haarlemmer • inwoonster: Haarlemse • bijvoeglijk: Haarlems, Haarlemmer |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Haarlems staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.