Filipijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Fi·li·pijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Filipijn | Filipijnen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Filipijn m
- (demoniem) een inwoner van Filipijnen, of iemand afkomstig uit Filipijnen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Filipijnen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Filipijn • inwoonster: Filipijnse • bijvoeglijk: Filipijns |
Gangbaarheid
- Het woord Filipijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.